Werd in de eerste eeuwen van de schutterij het schieten nog als verdediging gezien, nu neemt het de belangrijke plaats in het huidige schutterswezen als wedstrijdelement in. Een schutterfeest zonder schieten is immers geen schuttersfeest. Hieronder volgt een beknopte beschrijving van het schieten op dit moment bij de Bussen-Schutten.
Voorheen werd geschoten met twee buksen, gefabriceerd door Jack Stals in 1998. Destijds is overgegaan tot de aanschaf van deze buksen om het schieten op een hoger plan te krijgen, wat ook zeer zeker gelukt is. De beide buksen zijn een prototype wat betreft de kamer of het patroonlager en de messing hulzen, en zijn dan ook uitwisselbaar. De buksen zijn van het kaliber 12 en hebben een loopboring van ± 19 mm. De kogels hebben een projectielvorm en men gebruikt het z.g. nitro-kruit en het ladingsgewicht is max. 0,65 gram.
In 2013 werden twee nieuwe buksen, eveneens vervaardigd door Jack Stals, in gebruik genomen. Wederom waren de Bussen-Schutten één van de eerste schutterijen die deze nieuwe buks, bijgenaamd de "Lady in Bronze", in gebruik namen.
Bij het opgelegde schieten kijkt men door de lorgnon, een kijkertje voor een oog, ook wel 'Loerejong' genoemd, via het vizier door de ringvormige korrel, waarbinnen met het 'bölke' fixeert. Alvorens af te drukken, dient men de voorste trekker te spannen en het spreekt voor zich dat een vaste hand en een 'gooie kiek' van groot belang zijn. Een goed schot is het beste te horen aan de korte droge knal die heel anders klinkt dan het zoevend geluid van een misser.
Verder beschikt de schutterij nog over 2 "oude" buksen gefabriceerd door de fa. Drummen uit Nuth, de oudste is aangeschaft in 1972 de andere in 1978.
Voor het schieten worden jaarlijks loden kogels gegoten van ± 45 gram per stuk. Dit gebeurt in een elektrische ketel, die het lood op de gewenste temperatuur brengt voor de preparatie van een optimale kogel. Het lood dat hiervoor benodigd is is voornamelijk afval uit de bouw, waaraan veel leden hun steentje bijdragen onder het motto: alle beetjes baten.
Het maken van de kogels gebeurt als volgt: eerst wordt er met behulp van een hefboom een slaghoedje, in de hiervoor aanwezige opening in de bodem van de huls gedrukt, vervolgens wordt met de kruitmaat de exacte hoeveelheid kruit in de huls gedaan en tenslotte wordt hierop de kogel geplaatst, na eerst met vet te zijn bestreken.
Dat een konstante kwaliteit alleen verkregen kan worden door een zeer grote mate van zorgvuldigheid behoeft geen nader betoog en dit moet dan ook een voortdurende zorg zijn van de kogelmakers. Het kleinste deukje in een kogel kan immers al tot een totaal andere baan van de kogel leiden en daardoor wellicht een misser tot gevolg hebben!
De buksmeesters zorgen voor het laden van de buksen tijdens wedstrijden en geven technische aanwijzingen aan elke schutter over de te schieten 'bölkes' en de op dat moment geldende omstandigheden als licht, wind e.d. Bovendien kan een goede buksmeester een belangrijke mentale steun betekenen op momenten 'det 't spantj'. Uit gegevens van de zestalcommissie blijkt dat de beste actiefste schutters jaarlijks meer dan 500 schoten doen en de beste onder hun hebben op dit aantal slechts 5 tot 10 missers!
Om het beeld van het schieten te completeren, volgen hier nog enkele gegevens over de schietinrichting. De aanlegpalen zijn ± 2.50 m. hoog en staan op 9 of 10 m. afstand van de schietboom, die tot aan de hark 14 m. hoog is. De hark meet 2 m. bij 1.40 m. en bevat 5 latten met elk 36 'bölkes' van 1,5 x 1,5 cm.
De 18 bölkes per zijde van een lat moeten door 6 personen afgeschoten worden tijdens officiële wedstrijden. Om de moeilijkheidsgraad bij het oefenen of kavelen te vergroten zijn er ook bölkes van 1 x 1 cm. Het schootsveld of de onveilige zone, is ruim 700 meter diep en op die afstand 500 meter breed en tijdens het schieten worden de toegangswegen tot het schootsveld afgezet met rode vlag op de bekende borden die op het schietgevaar duiden.
Omdat de Bussen-Schutten sinds 1993 over een eigen gemaakte kogelvanger beschikken, hoefden deze borden nog maar enkele keren per jaar geplaatst te worden. Doordat het steeds moeilijker wordt een geschikt schootsveld te vinden, schieten wij sinds 2017 op ons eigen terrein alleen nog maar op kogelvangers. In 2018 zijn de kogelvangers vervangen door nieuwe exemplaren waarop makkelijker met twee buksen tegelijk geschoten kan worden. Dit zijn zgn. helderzichtkogelvangers, waardoor het "in een gaat kieke" tijdens het oefenschieten tot het verleden behoort. Deze kogelvangers beschikken over een innovatief systeem met draaiende latten waardoor twee keer zoveel bölkes als op andere kogelvangers opgestoken kunnen worden.
Er is in principe elke zaterdagmiddag tussen eind maart en eind september oefenschieten. Het animo voor het schieten is groot en op menig bondsfeest moeten er tot 8 zestallen geformeerd worden door de zestalcommissie, bestaande uit een aantal ervaren schutters, die telkens voor de duur van een verenigingsjaar (her) benoemd worden. Dat dit vaak een moeilijke taak is bij een steeds breder wordende top moge duidelijk zijn.