BUSSEN SCHUTTEN - BIJNA 500 JAAR IN VOGELVLUCHT

De oprichting

De Bussen-Schutten van Neer zouden volgens de overlevering in 1512 zijn opgericht, bewijzen hiervoor heeft men echter niet. In die tijd maakte de 'Vrijheijt Neer' deel uit van het Graafschap Horne. Tot 1450 is er sprake van de Heerlijkheid Horne, dit was een onderleen van het Graafschap Loon met als centrum de Belgische plaats Borgloon. Jacob 1 werd in 1450 de eerste Graaf van Horne en het Graafschap Horne werd zelf een leen van het Prins Bisdom Luik evenals het eerder genoemde Graafschap Loon. Het omvatte de plaatsen: Horn, Buggenum, Haelen, Nunhem, Neer, Roggel, Heijthuijsen, Beegden en de huidige Belgische dorpen Geijstingen en Ophoven. De graven van Horne hadden de stad Weert als residentie en het is merkwaardig dat in deze stad de St.Hubertus-, of Bussenschutten van Weert, ook bij privilegebrief van 1512 door Jacob 111, de toenmalige graaf van Horne, zijn 'bevestight'. Dit feit ondersteunt de overlevering dat de Bussenschutten die ook in 1512 door de graaf van Horne zijn 'bevestight', derhalve reeds voor 1512 zijn opgericht.

De verdwenen artikelenbrief

De aanhef van de in 1710 herschreven 'artikelenbrief uit 1632 luidt dan ook:

'Der Alder ende Eerlicker Gulden van die Bussen Schutters binnen der Vrijheijt Neer door Godts Genade gesticht ende opgericht ende van onsen Genaedighsten Heeren Graven tot Horne bevestight ende met Goeden Gaven begifftight'.

Deze oudste nog bestaande 'artikelenbrief uit 1632, heeft een voorloper gehad, die ongetwijfeld in de 16e eeuw werd samengesteld. Dit voor de historie zo belangrijke archiefstuk ging verloren tijdens de voorbereiding van het Midden-Limburgs Schuttersfeest in 1885 in Neer gehouden. Een actief lid van de Bussenschutten had 'de staf van Venlo' uitgenodigd dit grootse gebeuren met zijn aanwezigheid op te luisteren. Deze heren wensten als tegenprestatie inzage in het oudste archiefstuk en de betreffende artikelenbrief verhuisde naar Venlo, om nooit meer terug te keren in Neer. Het is niet uitgesloten dat de juiste oprichtingsdatum hierin vermeld stond.

Verklaring van de naam

Ook de naam Bussenschutten duidt op oprichting rond de eeuwwisseling van 15e-16e eeuw, toen de vuurwapenen de oudere wapenen, m.n. de kruisbogen en handbogen, gingen verdringen bij vele schuttersgilden die geacht werden de gemeenschap te verdedigen tegen rovers, plunderaars, muiters en brandstichters, die het platteland onveilig maakten. De toenmalige vuurwapens werden "haakbussen", "handbussen", "loopbussen" of "colven" genoemd, de betreffende schuttersgilden werden aldus "Busschutten", "Busgilden" of "Colveniersgilden" genoemd. Ook de oudste koningsplaat van het schutterszilver met het jaartal 1595, duidt op het ontstaan in de 16e eeuw.

Samenstelling, rechten en plichten

Om inzicht te krijgen in de samenstelling van de Bussen Schutten en de rechten en plichten van de leden in voorbije eeuwen, is de oorspronkelijke tekst van de artikelenbrief uit 1632, met ernaast de vertaling ervan per artikel, op deze site te lezen (klik hier). Hieronder worden aan de hand van deze tekst de volgende onderwerpen nader bespreken:

De oudste brief van 1632 geschreven op een vel perkament van 60x35 cm. verkeert in zeer slechte toestand en mist 1/8 deel in de rechter benedenhoek. Uit de restanten van half uitgeveegde en verschoten woorden en zinnen, kan men geen reconstructie maken van de oorspronkelijke tekst. Een te hoge vochtigheidsgraad, waarvoor perkament erg gevoelig is, is hier waarschijnlijk debet aan. Gelukkig is het tweede exemplaar er een woordelijk afschrift van, dit is op 15 juni 1710 door de secretaris van het Graafschap Horn, Joannes Winckens, samengesteld en ondertekend. Deze artikelenbrief is ook geschreven op een vel perkament van 65x53 cm. verkeert nog in een redelijke staat, en is met enige moeite volledig te reconstrueren.

Schuttersplichten:

De artikelenbrief vermeldt de volgende persoonlijke verplichtingen:

Sociale verplichtingen:

De gebroeders waren gehouden aan de volgende omgangsvormen:

Kerkelijke verplichtingen:

De verbondenheid met de Katholieke Kerk blijkt uit:

Schuttersfuncties:

Uit de slotpassage van de artikelenbrief blijkt hoe de samenstelling van Bussen Schutten in de 16e eeuw was.

Benamingen vanaf 1895

In de ledenlijst van 1895 worden de volgende functies genoemd:

De militaire benaming "luitenant" heeft waarschijnlijk te maken met de ontwikkeling in het begin van deze eeuw, die ertoe leidde dat vele gilden in Limburg overgingen tot aanschaf van militaire of semi-militaire uniformen, militaire exercitie, en in plaats van de benamingen gilde of broederschap, schutterij werden genoemd. Vanaf 1920 wordt de functie van deken niet meer genoemd in de bescheiden, maar wel die van secretaris/penningmeester. Verder was er in het reglement van 1921 sprake van een "Raad van Toezicht". Samenstelling en functie blijken uit art. 5 dat luidt:

Naast het bestuur zal voor naleving van nieuwe besluiten staan een raad van toezicht. Deze raad van toezicht bestaat 1e de Tamboermeter 2e de Koning 3e en 4e Twee leden die om de twee jaar door de algemene vergadering met meerderheid van stemmen daartoe aangewezen worden.

In de ledenlijst van 1950 komen we voor het laatst de benamingen Kapitein, 1e en 2e Luitenant tegen. Sinds die tijd heet de kapitein: voorzitter; de luitenant: commandant.

Huidige functies

Anno 2022 kennen de Bussen-Schutten de volgende aparte functies:

Bloed- of Familieschutten:

In art. 3 wordt gezegd dat slechts 'eersaeme en vroeme' personen lid konden worden. In de herschreven versie van de brief uit 1632, is achter de woorden 'eersaeme en vroeme persoonen' in later jaren toegevoegd: 'van het bloed'.
Waarom dit heeft plaatsgevonden en door wie het is gebeurd, is niet bekend. Uit de oude ledenlijsten blijkt duidelijk dat de Bussen-Schutten eeuwenlang een familiegilde waren. In het herziene reglement van 1890 neemt men tweeslachtige houding aan ten aanzien van de 'afstamming van het bloed' hetgeen blijkt uit de artikelen 3 en 24 die luiden:

men zal tot deze broederschap geen personen aanzetten of aannemen als eerzame en vrome personen van het bloed, en zullen zich bij de Deekens moeten aanmelden en hun aanzetgeld moeten betalen. (art.3)

mocht het getal der leden door sterfte of anderszins te klijn zijn geworden, dan kan hierin worden voorzien door personen aan te zetten buiten het bloed, doch men moet de voorkeur geven aan het vrouwelijk schuttenbloed, en moet dan gebaliteerd worden, volgens de gebruiken. (art.24)

Artikel 24 is duidelijk bedoeld om het ledenaantal op peil te brengen of te houden en hierdoor werd het zuivere karakter van 'familiegilde' aangetast. Dit besluit schijnt onder de toenmalige leden de nodige beroering teweeg gebracht te hebben en het is niet uitgesloten dat een of ander bestuurslid rond die tijd de artikelenbrief eigenhandig heeft aangevuld, om voor zijn blijkbaar conservatief standpunt steun te vinden in de historie. Het reglement van 1921 vertoont dezelfde stellingname t.o.v. afstamming van het bloed als dat van 1890, zoals blijkt uit art. 2

Om lid te worden der Bussche Schutten moet men zijn van onbesproken gedrag van erfelijken bloeden van vaders zijden en genen zwaren overtredingen hebben begaan tegen Kerkelijken of maatschappelijken wetten. Indien het aantal leden der schutterij beneden 40 is gedaald, zoo kan het Bestuur ook leden aannemen van erfelijken bloeden van moeders zijden evenwel slechts na balotage op eenen algemeenen vergadering met 2/3 der stemmen.

Na de fusie in 1960 met de Oranje Schutterij, is het karakter van familiegilde verloren gegaan, ofschoon nog menig representant van oude Neerse schuttersfamilies lid is van de broederschap. We denken hierbij m.n. aan de families: Emonts, Geraets, Geenen, Strous en Winkelmolen. De ledenlijst uit 1895 laat zien dat de Bussen Schutten in die tijd nog een familiegilde was. Het is de oudste ledenlijst die bewaard gebleven is.